Nu we in het zuiden van Istrië zijn, willen we die mooie baaien van Kaap Kamenjak in het uiterste puntje ook graag bekijken. We besluiten mountainbikes te huren en een paar uur te fietsen. Nou, het zijn wel heel andere fietspaden dan die wij gewend zijn! Enorme keien en grof grind. Dan ook nog eens behoorlijke hoogteverschillen gedurende de tocht en een hele harde wind. Bekaf leveren we de fietsen na een paar uur weer in. Maar we hebben wel mooie baaitjes gezien en de zee is hier werkelijk prachtig. Durfals springen hoog van de rotsen de zee in en het is hier drukker dan we hadden verwacht. We kleuren trouwens wel eindelijk een beetje bij. Dat lukt niet als we steeds in de camper rond toeren.

We vervolgen onze tocht in noordelijke richting en komen in Labin. Wederom een kleurrijk stadje met kronkelende steegjes. Het waait nog steeds enorm hard. We denken dat het een staartje is van een of andere storm die ergens langs is geraasd. Langzaam aan komen we steeds noordelijker en rijden we langs het plaatsje Rabac aan de kust. Van bovenaf is het mooi om te zien. Daarna verandert het landschap. De bergen worden hoger, het is ook erg groen in dit gebied.

Aan het eind van de middag moeten we een camping zoeken en dat valt nog niet mee in deze regio. Het is maar een smalle kuststrook, omdat er direct achter de kust een gebergte ligt. Er is gewoonweg te weinig ruimte. De gekleurde huizen zijn groter en liggen verspreid tussen het groen tegen de heuvels wat ons wederom aan Italië doet denken. Meer de kant van Venetië. De zon gaat ook al snel onder aan deze kant van het schiereiland en het is dus vrij snel donker als wij een plekje hebben gevonden. We kunnen nog net even een drankje doen op een terrasje aan zee en de bootjes in de haven bewonderen. Het is hier trouwens een heel stuk drukker dan in het zuiden. De camping is wel de minste tot nu toe, maar ach, het is maar voor een nachtje.

Buiten zitten is er niet echt bij in Kroatië. We worden echt opgegeten door de muggen! Zoveel muggenbulten! Het lijkt wel alsof ik waterpokken heb. Alleen al op mijn onderbenen heb ik er bij elkaar zo’n 70! Dan nog een paar op mijn armen. Jeroen heeft er ook aardig wat, maar die was meteen naar binnen gegaan toen hij de eerste prikken voelde.

Een dag later beginnen we in Hum, volgens het Guiness Book of Records het kleinste stadje ter wereld. Het is inderdaad piepklein, maar ze hebben er wel een destilleerderij. Ze maken limoncello, orancello (met sinaasappel) en ora d’ora. Net zoiets als Aperol. Verder maken ze ook meerdere soorten gin en brandy en hebben ze allerlei lokale producten zoals honing, olijfolie, chocolade en van alles met truffel, wat in deze regio gevonden wordt. Het is pas ochtend, maar er moet wel geproefd worden. We hebben van alles gehad en het was ook echt allemaal lekker. We gaan dus met een goed gevulde tas weer op weg.

De volgende halte is Zarecki Krov, een waterval boven een grot. De waterval stelt niet zo veel voor in deze tijd van het jaar. De rivier die de waterval voedt, staat praktisch leeg! Maar het is er best mooi en weer wat anders. Daarna rijden we door naar Motovun. Een dorpje bovenop een berg en gelegen in het binnenland. Toen we twee jaar gelelden door Slovenië en Kroatië trokken, zijn we ook naar dit dorp gereden, maar uiteindelijk hebben we het niet bezocht. Geen idee waarom. Maar toen we vandaag aankwamen en onderaan de berg een klein loket, een grote parkeerplaats en een enorme groep met mensen zagen, wisten we het weer. Het was zo’n gedoe. Je moet met een bus naar boven en dat kost dan weer veel extra tijd. Qua tijd viel het nu wel mee. Ze propten ons als vee in de bus die tjokvol zat. Het ritje duurde uiteindelijk ook maar ruim vijf minuten. Het duurde langer om een kaartje te kopen voor de bus en voor de parkeerplaats. En omdat we geen idee hadden hoe lang het bezoek zou duren, inclusief de busreis heen en weer terug, hadden we de parkeertijd iets ruimer aangehouden. Kosten: 25 euro! Belachelijk… En het dorp stelde ook weer niet zo heel veel voor. Maar goed, hij kan van het lijstje gevinkt worden. Daarna rijden we door naar de westkust, nabij Novigrad, voor onze laatste nacht in Kroatië. We willen toch nog wel graag bij de zee staan en dus is de westkust een logische keuze. De zon gaat nou eenmaal vroeg onder in deze tijd van het jaar. We staan op een hele grote camping. De grootste tot nu toe en hebben zicht op zee. Tijd voor een verfrissende duik, verder doen we de was in de machine en werken we de site bij. Ook nog eten maken, afwassen en dus zijn we er maar druk mee zo in onze vakantie. We kunnen nog mooi even van de zonsondergang genieten en daarna plannen maken voor morgen.


« van 2 »


Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*